Sondheim door de jaren heen
Ontdek een selectie van Sondheims werk van de jaren vijftig tot heden. Met toelichtingen op zijn belangrijkste werken en met uitvoeringen door een diversiteit aan artiesten. Daarnaast zijn groepsgesprekken van Porchlight Music Theatre (2020) toegevoegd met regisseurs, producenten en acteurs van zijn werk.
Smaakt deze introductie naar meer? Kijk dan hier.
Merrily we roll along is een bewerking van het gelijknamige toneelstuk van George S. Kaufman en Moss Hart uit 1934. Het draait om de succesvolle filmmaker Frank en zijn oude vrienden Charley en Mary die samen met hem probeerden het te maken in de culturele sector. Aan het begin van de show zien we hoe Frank temidden van commercieel succes persoonlijk nederlagen lijdt. Vervolgens gaat de show stap voor stap terug in de tijd en zien we – in omgekeerde volgorde van 1981 naar 1957 – hoe jeugdig enthousiasme, ambitie en vriendschap gaandeweg eindigden in verdriet, verwijdering en teleurstelling. Verspild talent, vriendschap, acceptatie en verandering zijn achterliggende thema’s.
I don’t know who we are anymore.
And I’m starting not to care.
Solving dreams, not just trusting them.
Taking dreams, readjusting them.
Niet zelden kreeg Sondheim veel lof voor zijn werk maar kon de musical als geheel ofwel de critici ofwel het brede publiek niet bekoren. Daar zagen we met bijvoorbeeld Pacific Overtures en Anyone Can Whistle al voorbeelden van, en ook Merrily We Roll Along valt in deze categorie. Problemen met het script, de casting en gebrek aan emotionele connectie met het publiek leidden tot slechte kritieken en het sluiten van de show na 16 voorstellingen. Naast de problemen met de musical zelf speelde in de ogen van Sondheim enig sentiment ook een rol. Hij schreef daarover: “…Hal [Prince] and I were resented as having become succesful despite our maverick ventures. We had done eccentric shows and yet were not living in garrets. In commercial theater this was not only an anomaly, it was an irritation”.
Sondheim en Furth zijn er nog jarenlang aan blijven sleutelen en in gewijzigde vorm heeft de musical een tweede leven gekregen. Zo kreeg een Londense productie in 1992 de Laurence Olivier Award voor beste musical. Het stuk beleeft regelmatig revivals en wordt op dit moment verfilmd over een periode van twintig jaar met Blake Jenner, Ben Platt en Beanie Feldstein in de hoofdrollen.
Aangezien Merrily zich voor een belangrijk deel in het verleden afspeelt, doet de muziek archaïsch aan: Sondheim bouwde het volgens de regels van de traditionele musical van de jaren vijftig. Opvallend is ook hoe reprises van een aantal nummers vooraf gaan aan de originelen. We beleven dus eerst de herinneringen mee, en zien pas daarna wat zich in het verleden heeft afgespeeld.
Een van die herinneringen is ook “Old friends”, een lied waarmee Frank, Charley en Mary elkaar herinneren aan hun levenslange band temidden van toenemende verwijdering. Het komt eerst kort in reprisevorm aan bod, en pas later in volledige versie. Het fragment is een vrije vorm ervan voor de musical revue Putting it together.
Ook “Not a day goes by” komt twee keer voorbij. Eerst als Beth’s reactie op Franks poging haar af te doen zien van een scheiding nadat hij is vreemd gegaan, waarbij hij stelt dat ze nog steeds van hem houdt. Die versie zien we hier van Bernadette Peters. Later in de show komt het lied terug en dan is het een duet van Beth en Frank op hun huwelijksdag. “Good thing going” is een lied dat Charley en Frank presenteren uit hun nieuwe show voor een publiek dat er een half oor voor heeft. In “Opening doors” zien we hoe de drie vrienden als jongeren op zoek waren naar hun doorbraak. Hierin zijn autobiografische elementen opgenomen, zo zijn de woorden over Strawinsky een parafrasering van de afwijzing van West Side Story door een producent. Stephen Sondheim speelt in dit fragment zelf de producent. Het slotnummer is “Our time”, vol van ambitie en hoop, dat een melancholieke smaak nalaat, wetend hoe het verhaal voor de vrienden verder zal gaan.
Meer Merrily We Roll Along?:
in Meer Sondheim vindt u vier albums en meer.
What’s wrong with letting them tap their toes a bit?
I’ll let you know when Stravinsky has a hit –
Give me some melody!
But still I say:
it could have kept on growing,
instead of just kept on.
We had a good thing going.
Going. Gone.

Art isn’t easy.
Having just a vision’s no solution.
Everything depends on execution.
Sunday in the Park with George is een van de meest geliefde werken in Sondheims oeuvre. Het stuk adresseert thema’s als inspiratie, creativiteit en kunst, de rol van kritiek en commercie, de persoonlijke prijs van de (totale) toewijding aan kunst en de nalatenschap van een mensenleven.
Het einde van Sondheims professionele partnerschap met Hal Prince na Merrily we roll along en de start van zijn samenwerking met James Lapine bracht geen einde aan de innovatieve en experimentele stijl van zijn musicals. En daarmee ook geen einde aan gemengde reacties: enerzijds won Sondheim de Pullitzer Prize voor Drama voor Sunday in the Park (een ongewone eer voor een musical) en de originele cast speelde 604 keer op Broadway, maar bij de Tony Awards legde Sunday in the Park het ondanks veel nominaties grotendeels af tegen het meer traditionele en “hummable” Le Cage aux Folles, en Sunday in the Park leed financieel verlies.
De inspiratie van Sunday in the Park with George is gelegen in het pointillistische schilderij Un dimanche après-midi à l’Île de la Grande Jatte (Zondagmiddag op het eiland La Grande Jatte) van Georges Seurat. De eerste akte gaat over het (fictieve) leven van de schilder in de periode van het maken van het schilderij. We zien hoe George op gaat in zijn werk, hoe zijn relatie met Dot (what’s in a name?) daardoor onder druk staat, dat kunstkenners sceptisch zijn over zijn baanbrekende stijl en we leren de personages in zijn schilderij kennen. De obsessieve werkwijze van George klinkt duidelijk terug in de muziek, net als een reflectie van de pointillistische schilderstijl. Aan het einde van de eerste akte voltooit George het schilderij en vinden alle personages hun plek in het lied “Sunday”, waarin ze allemaal in het meesterwerk vereeuwigd worden, “forever”. In de tweede akte probeert George’s achterkleinzoon in de moderne tijd zijn weg in de kunstwereld te vinden en zijn eigen creativiteit te ontsluiten. Zijn hoogbejaarde grootmoeder Marie, de dochter van George en Dot, tracht hem erbij te helpen.
Pretty isn’t beautiful, mother,
pretty is what changes.
What the eye arranges,
is what is beautiful.
The choice may have been mistaken,
the choosing was not.
Children and art.
De show opent met “Sunday in the Park with George”, waarin Dot poseert voor George op het eiland, en zowel zijn obsessie en talent als haar liefde voor hem geïntroduceerd worden. “Finishing the hat” is enerzijds een weergave van de ultieme inspiratie en focus van een kunstenaar (of andere creatieveling) op een bepaald moment en anderzijds een reflectie op het vertrek van Dot die immers wist dat “there’s a part of you always standing by, mapping out the sky”. De uitvoering is van Mandy Patinkin, die samen met Bernadette Peters een hoofdrol vervulde in de originele productie die op DVD verkrijgbaar en hier te zien is. In “Putting it together”, uit de tweede akte, wordt de complexiteit uitgedrukt van het (mogen en kunnen) maken van kunst. Het lied is door Sondheim voor verschillende gelegenheden herschreven, onder andere voor een optreden bij de Academy Awards, waarin hij het toeschreef naar de filmindustrie. “Lesson #8” tekent de creatieve crisis van George. Hij is ter inspiratie naar het eiland van het schilderij van zijn overgrootvader gegaan, maar niets herinnert meer aan hoe het ooit was. Met het taallesboek van zijn grootmoeder (en Dot) in de hand mijmert hij over wat er over is gebleven van zijn voorvader en van hemzelf. De musical sluit vervolgens af met “Move on”. In het lied “spreekt” de moderne George met Seurat’s Dot in zijn zoektocht naar zijn eigen stem en inspiratie. Alle muzikale thema’s in de relatie tussen George en Dot door de hele musical heen komen in het lied samen. Waar George in de eerste akte Dot verliest door zijn keuze voor de kunst en haar keuze voor zichzelf, worden in “Move on” George, Dot en de kunst samengebracht. In een van de fragmenten op de site worden het eerste en laatste lied van de musical achter elkaar opgevoerd.
Meer Sunday in the Park with George?:
in Meer Sondheim vindt u de originele Broadway productie van 1984, drie albums en meer.
Anything you do,
let it come from you,
then it will be new.
Give us more to see.
Vele malen toegankelijker was Sondheim’s volgende samenwerking met James Lapine: Into the Woods. Ondanks concurrentie van The Phantom of the Opera won het een serie van de grootste theaterprijzen, inclusief een Grammy voor het castalbum. Verraderlijk eenvoudig aan de oppervlakte, met bekende sprookjesfiguren en herkenbare verhaallijnen, trekt het stuk een breed publiek aan en is het nog altijd een populaire schoolmusical in Engelstalige landen. Disney’s verfilming in 2013 leverde meer dan 200 miljoen dollar op.
Het verhaal draait om een bakker en zijn vrouw die proberen de vloek van een heks op te heffen, opdat ze een kind kunnen krijgen. In hun zoektocht naar vier benodigde voorwerpen kruisen ze in de bossen de paden van Roodkapje, Assepoester, Sjakie en Raponzel.
Careful the wish you make, wishes are children.
Careful the path they take, wishes come true.
Not free.
The woods are just trees. The trees are just wood.
Witches can be right. Giants can be good.
“And ah, the woods. The all-purpose symbol of the unconscious, the womb, the past, the dark place where we face our trials and emerge wiser or destroyed…”, schrijft Sondheim in zijn boek Look, I made a hat. In de bossen van Into the Woods komt het hele leven voorbij. In de eerste akte nog in nauwe aansluiting op de ons bekende sprookjes, door Lapine vakkundig met elkaar verweven, met een schijnbaar lang en gelukkig einde. Nochtans zijn de sprookjesfiguren al minder eendimensionaal dan we ze kennen; Lapine en Sondheim verbonden de personages aan de Jungiaanse psychologie.
Net als in Sunday in the Park with George lijkt alles na de eerste akte netjes afgesloten, maar worden in een onvoorspelbare tweede akte diepere lagen aangeboord. Niet voor niets wordt in de loop van die akte de verteller door de andere personages geofferd aan een reus: de tweede akte is waar de zwart-witte moraal van sprookjes vervaagt in grijstinten. De plek waar we erachter komen wat er in het echte leven van “lang en gelukkig” overblijft. Welke prijs er wordt betaald voor de wensen van de eerste akte. Hoe het verleden ons achtervolgt. Wat het najagen van de eigen wensen door een individu betekent voor de gemeenschap. En hoe uit de vervulling van de ene wens een nieuwe wens geboren wordt. De musical begint en eindigt dan ook met de woorden: “I wish”.
Het openingsnummer “Into the woods” van bijna vijftien minuten introduceert de muzikale thema’s voor de hele show en alle belangrijke personages. In een toelichting op het lied door Stephen Sondheim aan de piano op Youtube legt hij uit hoe de constante muzikale cadans de reis benadrukt zonder te gaan vervelen. De eindeloze herhaling van “into the woods” door de show heen is uiteraard ook een uitdrukking van de dagelijkse gang die iedereen maakt, de wereld in. De openingsversie op deze site komt uit de originele productie met o.a. Chip Zien, Joanna Gleason en Bernadette Peters. De productie is op DVD verkrijgbaar en ook hier te zien. Behalve uit de originele productie zijn er ook fragmenten uit de film, met o.a. Meryl Streep en Anna Kendrick, en uit concertversies.
In de eerste akte zien we momentopnames van de sprookjes van Roodkapje, Sjakie (van de bonestaak) en Assepoester. In respectievelijk “I know things now”, “Giants in the sky” en “On the steps of the palace” vertellen Roodkapje, Sjakie en Assepoester over wat hun ervaringen hun geleerd en gebracht hebben, met onderlinge inhoudelijke en tekstuele overlappingen. “Giants in the sky” is hier opgenomen in een uitvoering door Lin-Manuel Miranda voor Sondheim’s 90e verjaardag. In het komische “Agony” beklagen de prinsen van Assepoester en Raponzel zich over hun moeite hen voor zich te winnen. In de tweede akte, na hun huwelijk met Assepoester en Raponzel, zingen ze een reprise waarin ze bekennen in de ban te zijn geraakt van Sneeuwwitje en Doornroosje, eindigend in de zin “Ah well, back to my wife”. “It takes two” laat zien hoe de bakker en zijn vrouw naar elkaar toe zijn gegroeid in hun gezamenlijke zoektocht naar de vier voorwerpen.
And to get what you wish,
only just for a moment –
these are dangerous woods!
De relatie tussen de heks en haar (toegeëigende) dochter Raponzel komt tot uiting in “Stay with me” en “She’ll be back”. Nadat de heks erachter komt dat Raponzel een prins omhoog laat klimmen aan haar haar, prent ze Raponzel in het eerste lied nogmaals in dat ze beschermd moet worden van de wereld. Als Raponzel toch bij haar wegloopt met de prins bezweert de heks: “She’ll be back”. Het lied werd speciaal voor de Disneyfilm door Sondheim geschreven, maar werd uiteindelijk met pijn in het hart door regisseur Rob Marshall geschrapt omdat het teveel het ritme van de film onderbrak. “Moments in the Woods” is in de tweede akte het reflectielied van de bakkersvrouw, naar analogie met die van Roodkapje, Assepoester en Sjakie in de eerste akte. Ze zingt het na een onverwachte escapade met de prins van Assepoester, waarna ze de episode probeert een plek te geven naast haar leven met haar man.
Inmiddels hebben de gebeurtenissen dan een duistere wending genomen; de acties van de personages hebben ertoe geleid dat een reus gewekt is die wraakzuchtig het land verwoest. In “Last midnight” confronteert de heks de kleine groep overlevers van alle gebeurtenissen met hun eigen rol erin en met het bedrog dat ze gaandeweg gepleegd hebben terwijl ze de heks de schuld van alles geven. Als ze haar oplossing – het opofferen van Sjakie – afwijzen, keert ze zich af van de wereld, ook ingegeven door het verlies van haar dochter. De bakker geeft het op, laat zijn zoon achter, maar wordt dan geconfronteerd met zijn verloren vader door wie hijzelf als kind in de steek is gelaten in “No more” (een pijnlijke omissie in de filmversie). In afwachting van hun laatste poging om het gevaar van de reus af te wenden, troosten Assepoester en de bakker de jonge Roodkapje en Sjakie in hun rouw om hun familie in “No one is alone”, waarin de belangrijkste muzikale thema’s samenkomen. Het veelvuldig gecoverde “Children will listen” sluit het stuk af, hier in een concertversie van Maria Friedman, inclusief door Sondheim voor Barbra Streisand toegevoegd couplet en bridge.
Meer Into the Woods?:
in Meer Sondheim vindt u de originele Broadway productie van 1987, de film van 2014, drie albums en meer.
How do you ignore
all the witches,
all the curses,
all the wolves, all the lies,
the false hopes, the goodbyes,
the reverses,
all the wondering what even worse is
still in store?
All the children, all the giants…
No more.
Dick Tracy is een film van Warren Beatty met hemzelf in de titelrol en met verder onder andere Al Pacino, Madonna en Mandy Patinkin. Sondheim schreef er vijf nummers voor. Behalve de vier hiernaast hoorde daarbij ook nog “More”. Het lied “Sooner or later” bezorgde Sondheim zijn eerste en enige Academy Award, hier te zien in de uitvoering van Madonna tijdens de Oscar-ceremonie van 1991. Dick Tracy won daarnaast nog twee Academy Awards en nog vier nominaties.
De film gaat over de gelijknamige detective en stripheld uit de jaren dertig van Chester Gould. “Live alone and like it” drukt Tracy’s vrije geest uit, maar ook hoe hij opgaat in zijn werk en weinig ruimte laat voor relaties. Mel Torme is in de film op de achtergrond te horen; ook Liza Minelli heeft het nummer vaak opgevoerd. “Sooner or later” is een van de shownummers van de nachtclubzangeres Breathless in de film. In “What can you lose?” zingt Mandy Patinkin als pianist van Breathless over zijn onbeantwoorde liefde voor haar, terwijl zij hem bijvalt vanuit haar onbeantwoorde liefde voor Dick Tracy. Het nummer “Back in business”, tot slot, speelt op de achtergrond als de maffia vrij spel krijgt als Tracy onterecht wordt verdacht van moord. Dit is het filmfragment, met onder andere Al Pacino.
Meer Dick Tracy?:
in Meer Sondheim vindt u de volledige film van 1990, een album en meer.
With so much to win,
there’s too much to lose.
In plaats van voort te bouwen op het commerciële succes van Into the Woods koos Sondheim opnieuw voor een uitdagende nieuwe productie: Assassins. Alleen het onderwerp maakte de show al bijzonder en controversieel. De musical gaat over negen van de dertien historische personen die probeerden de president van de Verenigde Staten te vermoorden, en daar al dan niet in slaagden. Zonder een moreel oordeel te vellen worden de psychologie en motivaties van de (potentiële) moordenaars in het stuk onderzocht. Gaandeweg komt ook een patroon naar voren: het zijn mensen die zich niet gehoord voelen, geen aansluiting vinden en voor wie de “American dream” niet werkt.
Tegen het einde van de musical zijn in de ogen van het publiek de historische “monsters” veranderd in complexe mensen van vlees en bloed, waarvan de vreselijke daden tot op zekere hoogte zelfs te begrijpen zijn. En dat alles in een constant wisselende sfeer met veel humor, intensiteit en tragiek. Een ongemakkelijke reis dus, zeker voor de Amerikaanse psyche waarin de nationale schokken van de historische moorden, het vuurwapengeweld en de schaduwzijde van de belofte van de American dream hevig resoneren.
Muzikaal wordt in de show een reis gemaakt door alle tijdsperioden waarin de aanslagen plaatsvonden. Onder leiding van de “Balladeer” worden de geschiedenissen verhaald in de stijl van volksliedjes door de jaren heen. Elk personage wordt daarnaast gekenmerkt door zijn eigen muzikale stijl, zoals de optimistische Guiteau, de sinistere John Wilkes Booth en de Italiaanse Zangara. Daarnaast creëert Sondheim een muzikale tegenstelling tussen de Balladeer die de American dream en de communis opinio vertolkt en de moordenaars die langzamerhand met hun blik op de wereld de overhand nemen. De liedteksten sluiten tamelijk goed aan bij de historische werkelijkheid, en zijn soms opgebouwd rond citaten van de historische personages. Voorbeelden zijn “The country is not what it was” (Booth), “I’m going to the Lordy” (Guiteau) en “Why are there no photographers?’ (de veelzeggende woorden van Zangara op de elektrische stoel).
De musical begint en eindigt met (versies van) het lied “Everybody’s got the right [to be happy]”. Deze interpretatie van de American dream, in plaats van “the right to the pursuit of happiness” zoals in de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring staat, vertelt al veel over het perspectief van de moordenaars. Het fragment laat het slotlied zien, tijdens de Tony Awards van 2004.
De eerste moordenaar die het publiek beter leert kennen is John Wilkes Booth. Nadat hij Lincoln vermoordt, vertelt de troubadour in “The Ballad of Booth” zijn verhaal en breekt Booth zelf daarop in. In “Unworthy of your love” (in de stijl van een popsong uit de jaren zeventig) zien we John Hinckley, die geobsedeerd raakte door Jodie Foster en Reagan probeerde te vermoorden om haar aandacht te krijgen. Terwijl hij zijn obsessieve lied voor Jodie Foster zingt, zingt Lynette Fromme, die president Ford probeerde te vermoorden, hetzelfde lied met nog extremere teksten voor Charles Manson. “Something just broke” is een controversiële latere toevoeging voor de Londense productie van 1992. Daarin wordt de reactie van het publiek op de moordaanslagen geadresseerd. Volgens sommigen doet het lied het werk van het publiek zelf en doorbreekt het de claustrofobie en het ongemak van de show. Volgens Sondheim is het een essentiële muzikale reflectie van de buitenwereld.
Free country! […]
Means the right to expect
that you’ll have an effect,
that you’re gonna connect.
Sondheim is persoonlijk enthousiast over Assassins. Hij beschouwt het als de show die het dichtst is gekomen bij zijn hoop en verwachtingen ervan vooraf, in hoge mate dankzij John Weidman. Het is ook de enige show waarbij hij achteraf nauwelijks iets op zijn eigen liedteksten aan te merken heeft. De ontvangst door publiek en critici in 1990 off-Broadway was lauw tot negatief, maar in 2004 won de musical vijf Tony Awards bij de eerste productie op Broadway. Assassins genereert niet het enthousiasme van een aantal andere Sondheim-shows. De muzikale pastiche-stijl en inhoud maken Assassins minder toegankelijk, en de nummers minder makkelijk los te maken van de show zelf. Tegelijkertijd is elke zin raak, en het is van menig Sondheim-liefhebber die er de tijd voor nam een favoriet geworden.
Meer Assassins?:
in Meer Sondheim vindt u twee albums en meer.
Samen met Sweeney Todd en Road Show behoort Passion tot de drie musicals die door Sondheim zelf zijn geïnitieerd. Passion is gebaseerd op de roman Fosca van Iginio Ugo Tarchetti (1869) en de daarop gebaseerde film Passione d’Amore (1981).
Het speelt zich af in het Italië van 1863. Hoofdpersoon is de legerkapitein Giorgio, die een gepassioneerde relatie heeft met Clara, een getrouwde vrouw. Als hij naar een afgelegen militaire standplaats wordt gestuurd, ontmoet hij daar Fosca. Fosca is een ziekelijke, onaantrekkelijke vrouw met hysterische uitbarstingen, die vrijwel onmiddellijk voor Giorgio valt en hem onophoudelijk tracht voor zich te winnen. In de loop van de musical gebeurt wat bijna niet voor te stellen lijkt: Giorgio valt op zijn beurt voor Fosca. De kern van de musical is de transformatie van Giorgio en zijn toenemende begrip en liefde voor Fosca.
Passion brengt prachtige muziek, psychologische complexiteit, en onderzoekt fundamentele onderwerpen als de aard van liefde en schoonheid op een manier die onherroepelijk een reactie oproept bij de toeschouwer. En we zien in de getroubleerde Fosca een heel intelligente, gepassioneerde en artistieke vrouw in een mannenwereld waarin daarvoor geen plek is.
Tegelijkertijd is Passion een uitdaging voor het publiek. Passion is in veel opzichten bijzonder en anders. Het grootste deel van het stuk wordt verteld en gezongen aan de hand van voorgelezen brieven. Er is daardoor nauwelijks sprake van afzonderlijke songs, de muziek loopt het grootste deel van het stuk door. De sfeer is beklemmend en adembenemend door de intensiteit en onophoudelijke liefde van Fosca en de totale serieusheid ervan: het is een liefde zonder relativering, humor of cynisme en voor de musical als geheel geldt hetzelfde. Het is bovendien een eenakter en tussendoor is er geen moment dat uitnodigt tot applaus. Na afloop, als het publiek weer adem kan halen, is er geen vrolijk en opgeruimd gevoel dat overblijft; wel is het bij uitstek een musical die elke keer anders beleefd kan worden, een nieuw perspectief laat zien en ook andere vragen voor het publiek zelf oproept.
De eerste ontvangst door het publiek was negatief: de weerzin tegen Fosca was bij de try-out-voorstellingen zo groot dat mensen schreeuwden naar de acteurs. De critici daarentegen waren zelden zo positief over Sondheims voorstellingen als over Passion. De publieke respons leidde tot enkele aanpassingen, maar Sondheim signaleert dat het ook te maken heeft met de oncomfortabele parallellen die mensen zien tussen zichzelf en Fosca en Giorgio. En na de positieve recensies draaide van de weeromstuit ook het publiek bij…
Het fragment van de Tony Awards met de originele cast laat drie scenes zien. Allereerst de opening waarin Giorgio en Clara de liefde bedrijven. Vervolgens het laatste deel van scene 3 (“They hear drums”), waarin Fosca en Giorgio samen door de kasteeltuin lopen, niet lang na hun eerste ontmoeting. Ten slotte de finale, waarin Giorgio Fosca’s laatste brief leest, waarin ze schrijft dat ze spoedig zal sterven. Het fragment “I wish I could forget you” is een van de drie echte songs in het stuk. Hierin dicteert Fosca een letter aan Giorgio van Giorgio aan Fosca [Begrijpt u het nog?]. Sondheim maakte er een lied van, omdat het geen losjes geschreven brief betreft maar het een door haar bedachte en berekende brief is die ze voor zichzelf wil bewaren om Giorgio te herinneren. Op dit moment in het stuk is Giorgio alleen bij haar omdat zijn eerdere afwijzing ervoor dreigt te zorgen dat ze zal sterven. “Loving you” ten slotte is Fosca’s boodschap aan Giorgio als ze onaangekondigd en ongewenst bij hem in de trein stapt naar Milaan, zegt dat ze niet in de weg zal lopen en hij haar duidelijk probeert te maken dat hij niet van haar houdt en zij hem op moet geven.
Zoals altijd is het groepsinterview van Porchlight ook opgenomen. In dit gesprek vat ervaren Sondheim-regisseur John Doyle de kracht van Passion prachtig samen: “It’s like Shakespeare. Listen. You’ll hear things that will tell you all you need to know about the human condition.”
This is why I live.
You are why I live.
Love without reason,
love without mercy,
love without pride or shame.
Love unconcerned with being returned –
No wisdom, no judgment, no caution, no blame.
Why is love so easy to give and so hard to receive?
Meer Passion?:
in Meer Sondheim vindt u de originele Broadway productie van 1994, drie albums en meer.
Saturday Night (1955/1997)
Script: Julius J. Epstein en Philip G. Epstein, met latere aanpassingen door Stephen Sondheim
Love’s a bond that’s pure.
Its dividends are sure.
Meer Saturday Night?:
in Meer Sondheim vindt u twee albums en meer.
Saturday Night, gebaseerd op het toneelstuk Front Porch in Flatbush van de beroemde broers Epstein, had de eerste show op Broadway moeten zijn waarvoor Sondheim zowel muziek als liedteksten schreef, in 1955. Het liep anders als gevolg van het overlijden van producten Lemuel Ayers op 40-jarige leeftijd. In 1960 leek het er alsnog van te komen, maar tegen die tijd voldeed het niet meer aan Sondheims eigen standaarden. Het zou tot 1997 duren voor het stuk – inmiddels met een aantal aanpassingen – alsnog met zijn toestemming geproduceerd zou worden. Sindsdien is het met enig succes enkele keren geproduceerd in de VS, Londen en Australië.
Saturday Night is een komedie in de traditionele musical-stijl van de jaren vijftig over een groep vrienden rond de twintig in New York in 1929, die bij gebrek aan dates ongewild thuis zitten op een aantal zaterdagavonden. Vervolgens proberen ze snel rijk te worden via de aandelenmarkt, maar dat valt tegen. Sterker nog, een van hen moet (even) de gevangenis in aan het einde van de show en ze zingen ter afscheid “What more do I need?”.
Sondheim oordeelde in 2007 over Saturday Night: “It’s not bad for a 23-year old.”
Het idee voor Road Show droeg Sondheim al met zich mee sinds begin jaren vijftig, toen hij in The New Yorker las over het boek The Legendary Mizners, over Wilson en Addison Mizner. Deze twee excentrieke broers leefden in de jaren 1872-1933 en lieten hun stempel achter in de Amerikaanse geschiedenis. Wilson was een man van vele talenten, met veel bravoure en weinig principes. Toneelschrijver, ondernemer, verteller, vrouwenverslinder en gewiekste oplichter. Addison maakte naam als architect, in onder andere Palm Beach in Florida, was een dromer, een bon vivant, op zoek naar sociale status en quasi-openlijk homoseksueel. Het verhaal van de twee broers raakt een breed palet aan thema’s als Amerikaans ondernemerschap, opportunisme, hebzucht, broederliefde, volhardendheid, veerkracht, rivaliteit en moraliteit.
Sondheim werd vooral aangesproken door de verspilling van talenten, in het bijzonder door Wilson die in een patroon van twaalf ambachten, dertien ongelukken elk succes weer uit zijn handen liet vallen. We zien talent ook als thema in veel andere musicals van Sondheim. John Weidman werd juist getroffen door Addison en de intense en complexe relatie tussen de twee broers. Sondheim en Weidman werkten meer dan tien jaar aan de show, en slaagden er lange tijd niet in er een succes van te maken. Onder de namen Wise Guys, Gold! en Bounce kwamen er verschillende scripts en producties tot stand, waarin telkens een andere toon en thematiek bovenliggend was in het verhaal. De productie van Bounce in 2003 werd “mild at best and disappointed at worst” ontvangen, schrijft Sondheim erover. Om praktische redenen waren niet de noodzakelijke aanpassingen gedaan om het verhaal meer richting en focus te geven. In 2008 maakten Sondheim en Weidman er met behulp van regisseur John Doyle een snellere, finale versie van waarin het belangrijkste thema het vinden van je eigen weg in het leven werd. Daarbij hoorde ook de nieuwe titel, Road Show.
Hoewel Road Show ook in uiteindelijke vorm nog niet het succes heeft gebracht van andere musicals van zijn hand, heeft Sondheim er nog altijd een zwak voor en is hij tevreden met de uiteindelijke vorm ervan. Zelf denkt hij dat Road Show net als Merrily We Roll Along een aantal jaren en producties nodig heeft om het spook van de moeizame totstandkoming en slechte ontvangst van eerdere versies te verjagen. En er zijn inderdaad tekenen van dat Road Show opnieuw wordt ontdekt en gewaardeerd in zijn uiteindelijke vorm.
Toelichting op de fragmenten: in “Isn’t he something?” leest hun moeder over Wilson’s laatste ondernemingen, in aanwezigheid van Addison die voor haar zorgt terwijl Wilson er nooit is. In “The best thing that ever has happened to me” vindt Addison laat in zijn leven de liefde met Hollis. In de finale, een combinatie van “Get out of my life”, “Go” en “What a waste (reprise)”, zien we hoe Addison Hollis de deur wijst, omdat hij inmiddels verstrikt is geraakt in Wilson’s oplichterij en geen weg terug ziet. Vervolgens keert hij zich tegen zijn broer, en vinden ze tot slot een nieuwe balans als ze zich samen realiseren dat ze zijn overleden.
Meer Road Show?:
in Meer Sondheim vindt u het album en meer.
Just brotherly love, brother, brotherly love.
Some men are tender souls
with worthy goals
they keep fulfilling.
Some men ignore the rules,
are rogues and fools,
and thrilling.
Sondheim on Sondheim is een revue gevuld met Sondheims songs, afgewisseld met stukken uit interviews met hem. De show startte op Broadway en werd vervolgens op meerdere plaatsen in de VS en Australie geproduceerd. Het is een van een aantal shows in de afgelopen decennia met collecties van Sondheims werk. Een aantal daarvan zijn onder “Sondheim-verzamelingen” te vinden op de pagina Meer Sondheim.
Voor Sondheim on Sondheim schreef Stephen Sondheim speciaal het hiernaast te beluisteren nummer “God”. Hij schrijft daarover in Look, I made a hat: “Embarassed (although flattered) at having an evening not just of my work but with me as photographed host, I immediately fell into a familiar self-deprecating mode and wrote the following number, which was suggested by a New York Magazine headline that had asked the unanswerable camp question: “Is Sondheim God?””
Something to appropriate, emulate, overrate –
Might as well be Stephen.
Meer Sondheim?
in Meer Sondheim vindt u interviews, collecties, boeken, concerten, volledige voorstellingen, films, albums en meer.