Sondheim door de jaren heen
Ontdek een selectie van Sondheims werk van de jaren vijftig tot heden. Met toelichtingen op zijn belangrijkste werken en met uitvoeringen door een diversiteit aan artiesten. Daarnaast zijn groepsgesprekken van Porchlight Music Theatre (2020) toegevoegd met regisseurs, producenten en acteurs van zijn werk.
Smaakt deze introductie naar meer? Kijk dan hier.
Sondheim schreef als 27-jarige de tekst bij de muziek van Leonard Bernstein voor West Side Story, een New Yorkse muzikale versie van Romeo & Julia. Hoewel het een van de bekendste werken uit zijn carrière is, heeft Sondheim er zelf gemengde gevoelens bij. Niet alleen is het niet zijn eigen muziek, maar hij had ook moeite met de poëtische voorkeuren van Bernstein waardoor de straatjongeren weinig passende teksten zingen als “Today the world was just an address”. Meer tevreden is Sondheim met “Something’s coming”, hiernaast uitgevoerd door Shirley Bassey, dat honkbal als referentiekader gebruikt voor hoopvolle hoofdrolspeler Tony. Ook te zien: “A boy like that”, uit de filmversie van 1961 die tien Oscars won, waarvan de tekst eerst werd geschreven en dat daarna door Bernstein op muziek werd gezet. Het taalgebruik past ook hier beter bij de vrouwen die het zingen. We zien hoe Anita probeert haar vriendin Maria te weerhouden van haar “verboden” liefde voor Tony.
Een nieuwe verfilming van West Side Story van Steven Spielberg kwam uit in december 2021 en kreeg lovende recensies. Sondheim prees de verfilming kort voor zijn overlijden.
Will it be? Yes, it will.
Maybe just by holding still.
It’ll be there.
Meer West Side Story?:
in Meer Sondheim vindt u vier albums, de volledige films uit 1961 en 2021 en meer.
Gypsy is losjes gebaseerd op het leven van Gypsy Rose Lee en concentreert zich op haar moeder Rose. Zij manifesteert zich als de ultieme showbizzmoeder die haar eigen dromen via haar kinderen waar wil maken. Ook voor Gypsy schreef Sondheim alleen de liedteksten, maar hij beschouwt het nog steeds als een levendig en vermakelijk stuk. Door veel critici wordt Gypsy beschouwd als een van de beste traditionele Amerikaanse musicals. Zoals de fragmenten al laten zien, vinden er nog regelmatig revivals van het stuk plaats.
We zien drie Roses: Imelda Staunton, Patti Lupone en Bette Midler. “Some people” markeert de start van Rose’s zoektocht naar rijkdom en roem via een variete-carrière voor haar jongste dochter June. Het tweede fragment, “Everything’s coming up roses”, vormt het slot van de eerste akte. June heeft genoeg van haar moeder en de optredens, en is vertrokken. Rose’s andere dochter Louise en manager smeken Rose de show business te laten voor wat het is, maar Rose wil er niets van weten en richt zich nu op de carrière van Louise. De titel van het lied is een vaste Engelse uitdrukking geworden. De musical komt tot een einde met Rose’s inzinking in “Rose’s turn”. Ook Louise heeft haar inmiddels afgewezen, maar Rose klampt zich vast aan de fantasie.
Meer Gypsy?:
in Meer Sondheim vindt u de volledige West End revival van 2015, de film van 1993, vier albums en meer.
Give ‘em love and
what does it get ya?
What does it get ya?
One quick look
as each of ‘em leaves you.
All your life and what does it get ya?
De eerste Broadwayshow waarvan Sondheim zowel tekst als muziek schreef, was een klucht gebaseerd op toneelstukken van Titus Maccius Plautus. Het stuk draait om een slaaf die probeert zijn vrijheid te verdienen door het liefdesleven van zijn meester op te lossen. Sondheim beschouwt het als de “tightest, most satisfyingly plotted and gracefully written farce” die hij ooit zag. Hij ziet zijn eigen teksten ervoor echter nog steeds als de moeilijkste die hij ooit heeft hoeven schrijven. Tekenend is het commentaar dat Sondheim op zijn concepten voor de show kreeg van toneelschrijver James Goldman. Goldman vond zowel het script als de partituur briljant, maar concludeerde dat ze niet bij elkaar pasten. Reden voor Sondheims moeilijkheden was dat de setting van een klucht geen ruimte bood voor liedjes die emotionele reizen zichtbaar maakten, maar alleen voor liedjes om het moment zelf te versterken. En die laatsten behoorden tot een musicaltraditie waarvan Sondheim nu juist afstand wilde nemen. De drie fragmenten zijn dan ook voor zichzelf sprekende, eenduidige, komische situaties. Bijna “on-Sondheims” qua inhoud dus, maar de taal en muziek verraden niettemin zijn hand. “Comedy Tonight” is het moeizaam tot stand gekomen openingsnummer. U herkent Geoffrey Rush in deze versie. Pas bij vervanging van drie eerdere versies door dit nummer werd A Funny Thing een succes op Broadway. In 1966 volgde een sucesvolle verfilming. Relatief weinig lof kwam Sondheim toe: hoewel de musical vijf Tony’s won, werd Sondheim niet eens genomineerd voor de muziek.
“Lovely” was oorspronkelijk een liefdesduet waarin de verlegenheid van de een en de domheid van de ander werd geëtaleerd. Carol Burnett en Ruthie Henshall gaven er in de Sondheim-revue Putting it together een iets andere komische draai aan. “Everybody ought to have a maid” op de BBC Proms 2010 spreekt helemaal voor zich. Oplettende luisteraars kunnen echter merken dat achter de komische oppervlakte de tekst ook verschillen tussen de vier personages zichtbaar maakt.
Meer “Forum“?:
in Meer Sondheim vindt u de de film van 1966, drie albums en meer.
Nothing with gods. Nothing with fate.
Weighty affairs will just have to wait!
Hot Spot (1963)
Script: Jack Weinstock en Willie Gilbert
Muziek: Mary Rodgers
Liedteksten: Martin Charnin
All right, so laugh –
But not too loud.
Hier en daar zijn in dit overzicht ook fragmenten opgenomen uit producties, waaraan Sondheim een beperkte bijdrage heeft geleverd. Zo-ook Hot Spot, een musical over een Amerikaans meisje dat zich bij het vredeskorps aansluit en in het koninkrijk D’hum in Oost-Azie belandt. Sondheim schreef op verzoek een nieuw openings- en slotnummer, omdat de show in moeilijkheden raakte. Het nieuwe openingsnummer werd “Don’t Laugh”. Het kon de show uiteindelijk niet redden; hij sloot na 43 voorstellingen.
Anyone Can Whistle behoort tot de beroemdste flops op Broadway. De productie werd geplaagd door allerlei tegenslagen en interne ruzies. Al na een week viel het doek voor de musical na negatieve recensies. Het album werd pas daarna opgenomen, en ook voor toenmalige hoofdrolspelers als Angela Lansbury is het gebrek aan enthousiasme erin hoorbaar. Maar zestig jaar later wordt het stuk nog altijd geproduceerd, zijn een aantal van de liedjes geliefd geworden en in 2020 werd zelfs voor het eerst een nieuw en volledig castalbum uitgebracht na opnames ervoor sinds 1997.
Anyone Can Whistle is een satirische musical met trekken van een klucht. De vileine burgemeester van een Amerikaans dorpje arrangeert een zogenaamd wonder om toeristen aan te trekken. Als de toeristen komen, raken ze vermengd met de opgenomen non-conformisten in “The Cookie Jar”.
Zowel volgens Sondheim als veel critici leed Anyone Can Whistle ondanks briljante momenten onder de zichtbare zelfvoldaanheid en zelfs neerbuigendheid van de jonge makers ervan. Pregnant voorbeeld is het einde van de eerste akte, waarin de acteurs de rollen omdraaien en applaudisseren voor het publiek. Het stuk adresseert daarnaast zoveel sociale vraagstukken in zijn satirische stijl, dat het publiek het spoor erin bijster kan raken.
Niettemin levert Anyone Can Whistle veel vermaak. De titelsong behoort in al zijn eenvoud tot de Broadwayklassiekers, en ook “Everybody says don’t” en “There won’t be trumpets” zijn breed bekend geworden.
Achtergrond van de fragmenten: “There won’t be trumpets” is het lied dat zuster Fay Apple van de Cookie Jar tot haar “cookies” zingt als ze dreigt gearresteerd te worden omdat ze niet wil zeggen wie de cookies en wie de toeristen in het vermengde publiek zijn. Na haar vlucht keert ze terug in de vermomming van de sensuele “Lady from Lourdes” en verleidt ze de jongeman Hapgood, die het dorpje inmiddels in zijn ban krijgt, met “Come play wiz me”. De versie daarvan op het nieuwe castalbum is overigens ook de moeite waard; Maria Friedman grijpt erin alle komische kansen in het lied aan. Na de onthulling van haar echte identiteit komt ze tot haar reflectieve “Anyone can whistle”. In “Everybody says don’t” overtuigt Hapgood Fay ervan om haar cookies te bevrijden, en daarmee in mentale zin ook zichzelf. “There’s always a woman” vormt de komische confrontatie tussen Fay en de burgemeester, Cora Hooper.
Meer Anyone Can Whistle?:
in Meer Sondheim vindt u drie albums.
What’s hard is simple.
What’s natural comes hard.
Things are impossibly lyrical.
Is it me? No, it’s you!
But why be vicious?
They keep it out of sight.
Good show!
They’re gonna be all right.
Meer Do I Hear a Waltz?:
in Meer Sondheim vindt u het album en meer.
Do I Hear a Waltz? is gebaseerd op het toneelstuk The time of the cuckoo van Arthur Laurents, dat in 1955 verfilmd werd als Summertime met Katharine Hepburn. Het draait om de Amerikaanse Leona, die op reis in Venetië verliefd wordt maar uiteindelijk “sadder but wiser” terug moet keren.
De geboorte van deze productie vond plaats onder slecht gesternte. Oscar Hammerstein, de beoogde tekstschrijver, overleed en stelde voor zijn dood voor om Sondheim hem te laten vervangen. Zijn compagnon, componist Richard Rodgers, kampte met alcoholproblemen en vertwijfeling over zijn eigen kunnen. Hij weigerde muziek te herschrijven en vond Sondheims teksten niet goed. Sondheim zelf ging het project aan onder druk van Mary Rodgers, de wens van Hammerstein en zijn eigen wens financieel garen te spinnen bij de vertaling van een reeds verfilmd toneelstuk naar een musical. Al met al was er bij de makers noch liefde voor elkaar noch voor de musical zelf.
Kern van de inhoudelijke kritiek was dan ook dat de verandering van toneelstuk naar musical niets toevoegde, en de muziek slechts als omlijsting dienst deed. Sondheim deelde die kritiek en noemt de musical “not a bad show, merely a dead one”.
In de jaren negentig deed Sondheim samen met Arthur Laurents een uitgebreide revisie. Revivals van het stuk zijn niettemin schaars.
Het lied “We’re gonna be all right” werd in de versie op deze site nooit in de musical opgenomen. Sondheims teksten hiervoor werden na een aanvankelijk enthousiast onthaal door Richard Rodgers, de volgende dag door hem afgewezen, omdat zijn vrouw Dorothy haar eigen huwelijk er teveel in herkende en mogelijk de impliciete goedkeuring van buitenechtelijke affaires en homoseksualiteit te ver vond gaan.
Evening Primrose is een televisiemusical. De musical was onderdeel van een televisieserie, Stage 67, met speciaal daarvoor geschreven musicals en toneelstukken. Sondheim en Goldman werkten samen aan Follies en solliciteerden ondertussen naar een bijdrage aan de serie om financiële redenen.
Het bizarre verhaal, gebaseerd op een kort verhaal door John Collier, gaat over een dichter, Charles, die besluit te ontsnappen uit de wereld door in een warenhuis te gaan wonen, waardoor hij van alles voorzien is en nooit meer naar buiten hoeft. Hij komt erachter dat hij niet de enige is: er wonen al veel meer mensen om dezelfde reden. Charles wordt er verliefd op Ella, die weg wil maar gevangen wordt gehouden. De gemeenschap in het warenhuis bewaart hun geheim door iedereen die probeert te ontsnappen in mannequins te veranderen.
De volledige musical is op hier te zien. Weliswaar in zwart-wit; de versie in kleur is verloren gegaan. Hiernaast twee fragmenten uit de musical. “I remember sky” is het bekendste lied uit de musical, en is veelvuldig gecoverd in de afgelopen decennia. Tijdens de (vanwege coronabeperkingen online) viering van Sondheim’s 90e verjaardag zong Laura Benanti het lied. De titel van die viering, Take me to the world, komt van het laatste lied van de televisiemusical. Daarin overtuigt Ella Charles om samen met haar te ontsnappen. Het loopt ondanks de optimistische danwel bezwerende laatste zinnen helaas niet goed voor ze af.
I remember sky.
It was blue as ink.
Or at least I think
I remember sky.
Meer Evening Primrose?:
in Meer Sondheim vindt u de de film van 1966, een album en meer.
The Mad Show (1966)
Script: Larry Siegel, Stan Hart
Muziek: Mary Rodgers
Liedteksten: Marshall Barer, Larry Siegel, en Steven Vinaver
And I’m breathless
every time I inquire
how are things in Tacarembo la Tumbe del Fuego Santa Malipas Zacatecas la Junta del Sol y Cruz?
The Mad Show was een satirische revue met liedjes en sketches geinspireerd op Mad magazine. Mary Rodgers vroeg Sondheim, net als bij Hot Spot, om een bijdrage te leveren, dit keer omdat een van de schrijvers voortijdig de productie verliet. Sondheim schreef een spoof op het nummer “The Girl from Ipanema”, een Braziliaanse hit van destijds en überhaupt het op een na meest gecoverde popnummer in de geschiedenis. Linda Lavin zong Sondheims parodie in 1966 en in 2020 opnieuw ter ere van zijn 90e verjaardag. Die laatste versie is hier te zien. De genoemde Spaanse plaats is overigens fictief, maar die aan het einde van het lied niet.
Met Company zette Stephen Sondheim de heruitvinding van de Amerikaanse musical in volle gang: van licht amusement naar betekenisvol theater met volwassen onderwerpen, ethische vraagstukken en intellectuele uitdaging. De show kreeg het toenmalige recordaantal van veertien Tony-nominaties, en is nog altijd een van de meest geliefde Broadwaymusicals.
Company gaat over Robert (“Bobby”), een verstokte vrijgezel van in de dertig, over de getrouwde koppels met wie hij bevriend is en over de vriendinnen die hij verslijt onderweg. In de loop van de voorstelling verdiept Bobby’s inzicht in de liefde, relaties, het huwelijk en zijn eigen wensen voor zijn leven.
It’s not talk of God and the decade ahead that allows you to get through the worst.
It’s “I do” and “you don’t” and “nobody said that” and “who brought the subject up first?”
Company was innovatief in meerdere opzichten. In de eerste plaats door het onderwerp. Company gaat over de levens en relaties van volwassenen in de hogere middenklasse; met andere woorden, het publiek is zelf het onderwerp. Dat was nieuw in de jaren zeventig. Ook was Company een van de eerste succesvolle “conceptmusicals”. In tegenstelling tot de traditionele “book musicals” waarbij een held(in) en het plot centraal staan, gaat het daarbij om het thema en de ontwikkeling die personages doormaken. Company kent geen chronologische verhaallijn, maar bestaat uit een verzameling scenes. De hele show kan worden gezien als een gedachtestroom van 1 seconde, als de reflectie van de hoofdpersoon op zijn leven en de daaruitvolgende epifanie op het moment van zijn verjaardag. De personages zijn complex en hebben hun eigen karakterzwaktes, zorgen en angsten, bijvoorbeeld bindingsangst en een laag zelfbeeld. Sondheim weet de serieuze thema’s te adresseren zonder te vervallen in hoogdravendheid of poëzie, maar met liedteksten die passen bij de personages die ze uitspreken en met behoud van een grote dosis humor en vermaak. Terugkerende muzikale thema’s onderstrepen de inhoudelijke samenhang van het stuk.
Marry me a little.
Love me just enough.
Why look for answers where none occur?
You’ll always be what you’ll always were,
which has nothing to do with,
all to do with her.
Somebody hold me too close,
somebody hurt me too deep.
De meeste Company-fragmenten op deze website (in volgorde van de show) zijn afkomstig van de prijswinnende Broadway revival van 2008 met Raul Esparza in de hoofdrol (hier te zien) en een gefilmde concertversie van het New York Philharmonic in 2011 met Neil Patrick Harris als Bobby. Verder zien we Elaine Stritch, deel van de originele cast in 1970, “haar” lied “The Ladies who Lunch” zingen bij een compilatieconcert met “leading ladies” in Carnegie Hall in 1998. Een nooit afgemaakte documentaire over de opname van het cast album door de originele cast is grotendeels hier te vinden, en laat onder andere de moeizame opname van dit nummer door Stritch zien. Het slotnummer “Being Alive” is in de lange versie te zien, uitgevoerd door Raul Esparza. Het lied maakt de inhoudelijk betekenisvolle overgang van “someone to” naar “somebody” (hold me too close), wat de onvertaalbaarheid van Sondheims teksten maar weer eens zichtbaar maakt. “Being alive” behoort tot de Broadwayklassiekers en is hier ook in een concertuitvoering door Patti Lupone opgenomen. Een vrouw als Bobby is zo gek nog niet: Lupone speelde Joanne (de originele rol van Stritch) in de bejubelde West End-revival in 2018 van regisseur Marianne Elliott waarin Bobby door een vrouw gespeeld werd. De geplande Broadway revival van die versie, waarin Lupone haar rol zou herhalen, werd uitgesteld door de coronapandemie en opende in het najaar van 2021.
I’ll drink to that.
Meer Company?:
in Meer Sondheim vindt u de Broadway revival van 2008, de productie van 2011 drie albums en meer.
Ook Follies is een concept musical. Tegen de achtergrond van een reünie van showgirls in een Broadway-theater op de slooplijst gaat de show over dromen en illusies, successen en teleurstellingen, nostalgie en realiteit. Twee koppels op leeftijd staan centraal: Buddy en Sally, en Ben en Phyllis. Allen zijn ongelukkig in hun relatie en hebben neurotische kenmerken. Obsessie, egoïsme, verwaarlozing, genotzucht, woede: van alles komt voorbij. De titel Follies verwijst dan ook zowel naar de showgirls van de beroemde Ziegfeld Follies revue als naar de “dwaasheden” van de hoofdpersonen.
Verleden en heden lopen door elkaar door de aanwezigheid van de jongere versies van de hoofdpersonen. De nostalgische sfeer wordt versterkt door Sondheims pastiches (nabootsingen) van liedjes uit het theatrale verleden in de stijl van bijvoorbeeld Irving Berlin, Noel Coward, Cole Porter en Richard Rodgers. Ook “I’m still here”, een van de bekendste songs uit de show, is een pastiche. Het is een muzikale homage aan Harold Arlen (“Stormy weather”) die tot Sondheims favorieten behoort. Het lied past (uiteraard) bij het theatrale personage Carlotta dat het zingt. Sondheim schreef ook een versie voor Shirley MacLaine in Postcards from the Edge, de film op basis van het autobiografische boek van Carrie Fisher met Meryl Streep in de hoofdrol.
Een andere showstopper is “Losing my mind” over de obsessieve liefde van Sally voor Ben. Sondheim noemt het lied muzikaal gezien “diefstal” van George Gershwin’s “The man I love”, maar hij schreef de tekst in de stijl van Dorothy Fields. Er zijn en worden talloze versies van uitgevoerd. Naast een versie van Imelda Staunton is ook een komische medley van “Losing my mind” en “You could drive a person crazy” uit Company door Dorothy Loudon toegevoegd. We zien verder de klassieker “Broadway Baby”, waarin een van de showgirls haar oude showstopper uitvoert. In “The road you didn’t take” vraagt Ben zich af of hij de juiste keuzes heeft gemaakt in zijn leven; hier in 2010 uitgevoerd door de 80-jarige John McMartin, de “originele” Ben van 1971. De ongelukkige Ben wendt zich in “Too many mornings” tot zijn voormalige liefde Sally, die altijd verliefd op hem is gebleven. Bens vrouw Phyllis zingt “Could I leave you?” als Ben zegt dat hij van haar wil scheiden. We zien de jonge versies van de twee koppels in “You’re gonna love tomorrow”. Tot slot is “Country House” te beluisteren, een van de vele latere toevoegingen en wijzigingen aan de show die in verschillende varianten is en wordt opgevoerd. Sondheim schreef “Country house” als vervanging voor “The road you didn’t take” voor de productie in Londen in 1987.
Follies kreeg destijds zeer uiteenlopende kritieken en verdiende de investering ondanks 500 voorstellingen niet terug. Niettemin won Follies zeven Tony awards. De show leverde een reeks Broadway-klassiekers af, is vele malen aangepast en kent regelmatig revivals. Follies geldt inmiddels als cult klassieker. Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het stuk werd in 2021 een reconstructie van de originele productie gepresenteerd via oude film, audio en foto’s.
And all I ever dreamed I’d be,
the best I ever thought of me,
is every minute there to see,
in Buddy’s eyes.
Meer Follies?:
in Meer Sondheim vindt u drie albums, de genoemde reconstructie en meer.
Perpetual anticipation is good for the soul, but it’s bad for the heart.
A Little Night Music heeft een totaal andere toon dan de voorgaande shows. Romantisch, doorgecomponeerd, operette-achtig en niet voor niets met als titel een vertaling van Mozart’s Eine Kleine Nachtmusik. Het bevat ook Sondheim’s bekendste nummer, “Send in the clowns”.
De musical is gebaseerd op Ingmar Bergmans film Smiles of a Summer Night uit 1955, en speelt zich af in Zweden rond het jaar 1900. Weduwnaar Fredrik Egerman is net opnieuw getrouwd met de veel jongere Anne, als hij zijn ex, de actrice Desiree Armfeldt, tegenkomt. Ondertussen raakt ook de man van Anne’s schoolvriendin Charlotte, graaf Carl-Magnus Malcolm, in de ban van Desiree. Fredriks serieuze maar getroubleerde zoon Henrik heeft ondertussen een oogje op zijn stiefmoeder. Alle betrokkenen treffen elkaar tijdens een weekend op het landgoed van Desiree’s moeder, waar alle complexe liefdesverwikkelingen tot een hoogtepunt komen. Het stuk is in het algemeen licht en komisch, maar verpakt in die vorm niettemin dieperliggende thema’s en laat ook ruimte aan dramatische momenten.
Sondheim koos zelf voor dit verhaal, maar had er aanvankelijk graag een duisterder draai aan willen geven, waarin het gevaar van manipulatie de boventoon zou voeren, tot aan Henriks suïcide aan toe. Schrijver Hugh Wheeler zag het niet zitten en leverde wat Sondheim betrof een saai en eendimensionaal verhaal af. Inmiddels denkt Sondheim er anders over: “After living with it through numerous productions for more than thirty-five years, I’ve come to the conclusion that it is one of the half dozen best books ever written for a musical.”
Love comes first.
It matters the most at its worst.
You always feel underrehearsed.
One sets the conditions,
then finds the positions reversed.
A Little Night Music is in zekere zin een aaneengesloten wals. Bijna het hele stuk is in de driekwartsmaat van de wals geschreven. Het getal drie komt ook op andere manieren terug. Zo zijn er momenten waarop drie personages gelijktijdig drie verschillende nummers zingen, en gaan de duetten altijd over een derde persoon. Het stuk is vocaal veeleisend en wordt regelmatig opgevoerd door operagezelschappen.
Uitzondering op de veeleisendheid is het bekendste lied uit Sondheims carrière: “Send in the clowns”. Omdat de rol van Desiree een specifiek en zeldzaam talent voor lichte komedie vereiste, was de bedoeling het een sprekende rol te laten zijn om casting niet onmogelijk te maken. Uiteindelijk schreef Sondheim “Send in the clowns” voor Glynis Johns, die een eenvoudig lied wel aandurfde. Het lied markeert het moment dat Desiree eindelijk ingaat op Fredrik’s avances, maar hij besluit terug te gaan naar Anne. Tot Sondheims verbijstering werd het lied later opgenomen door Frank Sinatra en Judy Collins en won het de Grammy voor Song of the Year in 1975. Op deze site is een versie van Judi Dench opgenomen, die de rol van Desiree speelde in Londen in 1995.
Quick, send in the clowns.
Don’t bother, they’re here.
Het stuk werd onsuccesvol verfilmd in 1977. De opening van de film, met onder andere Elizabeth Taylor, is als fragment opgenomen, net als Diana Riggs versie van “Every day a little death”, waarin Charlotte zich tegen de onervaren Anne beklaagt over haar huwelijk met een man waar ze niet met of zonder kan. “A weekend in the country” is een van de meest geslaagde voorbeelden uit Sondheims oeuvre van een totale scene in muziekvorm. Het is het einde van de eerste akte, waarin alle betrokkenen om verschillende redenen besluiten het weekend op het landgoed van Armfeldt door te brengen, waarbij Charlotte en Anne met lede ogen aanzien hoe hun echtgenoten hopen Desiree te charmeren.
Meer A Little Night Music?:
in Meer Sondheim vindt u de film van 1977, de New York City Opera revival van 1990, twee albums en meer.
Een van de vreemdste en grappigste uitstapjes van Sondheim is The Frogs. Het stuk is losjes gebaseerd op Aristophanes’ komedie met dezelfde naam en gaat over de god Dionysus die besluit om George Bernard Shaw uit de Onderwereld te halen, zodat die nieuwe stukken kan schrijven om de wereld te verheffen. De geest van Aristophanes waart in de musical rond, vooral in de humor, vulgariteit en moraal.
Sondheim schreef het als een gunst voor een vriend, die was gevraagd zijn versie van The Frogs uit 1941 te herhalen op Yale, waar het stuk was geschreven door studenten en opgevoerd in een Olympisch zwembad. Sondheim zou er een paar liedjes voor hem aan toevoegen in enkele weken tijd, voor een klein aantal voorstellingen (uiteindelijk acht). De ontspannen exercitie veranderde in een ramp door een amateurproducent, voor wie Sondheim geen goed woord over heeft, en die ook nog in het geheim recensenten had uitgenodigd om te komen kijken naar een show die nog niet klaar was om op te voeren. De persreacties waren nochtans positief. In 2004 maakte Nathan Lane er een avondvullende musical van.
So please don’t fart.
There’s very little air and this is art.
Meer The Frogs?:
in Meer Sondheim vindt u een album en meer.
In 1976 volgde Pacific Overtures, een ambitieuze productie van 2,5 uur met een grote cast, vernieuwend in onderwerp en stijl en met musicalnummers die kleine toneelstukken op zichzelf vormen. De show bevat ook Sondheims persoonlijke favoriete lied.
De titel van Pacific Overtures vat met zijn dubbele betekenis de inhoud van de show goed samen. De musical is gebaseerd op historische gebeurtenissen vanaf 1853, waarbij het isolationisme van Japan werd doorbroken door westerse druk. Dramatisch startpunt van deze ontwikkeling en deze musical is de aankomst van Amerikaanse schepen aan de Japanse kust. In een historische brief aan de Japanse keizer spreekt de Amerikaanse admiraal over de “very reasonable and pacific overtures” (vreedzame openingen) die de Amerikaanse president aan de Japanners biedt. En passant dreigt de admiraal met een grotere vloot terug te keren bij negatief antwoord. Pacific Overtures draait dus om de opening van de Pacifische relaties tussen Amerika en Japan, en ook om de zogenaamd vreedzame openingszetten die daarin door de VS en andere westerse mogendheden, waaronder Nederland, werden gedaan. De “Reciter” geleidt het publiek door het verhaal, en speciale aandacht in de show gaat naar twee vrienden die door de politieke gebeurtenissen plotseling tegenover elkaar komen te staan.
And I thought it was the end of the world!
And it was.
The realities remain remote,
in the middle of the sea.
De musical kiest het Japanse perspectief en is geïnspireerd op de Japanse Kabuki-theaterstijl, waarin uitsluitend mannen in dans en met specifieke stijl en klanken een drama uiteenzetten. In de originele Broadwayversie van de musical worden dan ook vrouwenrollen door mannen vertolkt. Ook Sondheims muziek is doordesemd van Japanse invloeden, en zijn teksten zijn regelmatig geschreven in haiku-vorm of bootsen die na. Het gevoel van een isolationistisch en archaïsch Japan wordt versterkt door de korte, basale teksten, die pas worden doorbroken als de westerse ambassadeurs een weelde aan lange woorden uit andere taalfamilies binnendragen.
Het openingsnummer “Advantages of floating in the middle of the sea”, waarin de Reciter het isolationistische Japan van 1853 introduceert, is in de versie van de originele cast te zien. De Kabuki-stijl wordt daarin goed zichtbaar. Er werd een integrale opname van de voorstelling gemaakt voor Japanse televisie, en die is hier te zien.
When the Shogun is weak,
then the tea must be strong, my lord…
Without someone in a tree,
nothing happened here.
Voor veel van Sondheims meest vernieuwende shows, en ook voor Pacific Overtures, geldt dat de theaterkritieken van destijds minder positief waren dan die van nu, achteraf. Hoewel het werk van Sondheim consequent geprezen werd, werd de productie door sommigen destijds ook gezien als saai of onduidelijk in zijn gezichtspunt. De originele productie sloot al na zes maanden, maar kreeg wel tien Tony-nominaties.
Revivals van Pacific Overtures zijn door de bijzondere eisen aan cast en productie schaarser dan die van andere Sondheim-shows. Een recente revival met George Takei als de Reciter (2017) kortte de productie met een uur in en bracht het aantal castleden terug van zo’n 35 naar 10. De revival was succesvol, al viel het wegvallen van “Chrysanthemum Tea”, een van de favorieten uit de show, veel liefhebbers zwaar. In dat lied – dat zich over een aantal dagen afspeelt – vergiftigt de moeder van de Shogun haar zoon in de hoop dat zijn dood de Amerikanen zal doen vertrekken. Het lied is, helaas alleen met audio, bij de fragmenten opgenomen.
“Someone in a tree” is een meesterwerk dat Sondheim als een favoriet beschouwt. Na het schrijven liet hij het destijds geëmotioneerd horen aan John Weidman. In het lied verhalen ooggetuigen, decennia na dato, van een historische ontmoeting tussen de Amerikanen en de Japanners over het uiteindelijke Kanagawa-verdrag. In dialoog met zijn jongere zelf vertelt een man over hoe hij als kind het van afstand zag gebeuren; een ander vertelt hoe hij de gebeurtenissen alleen kon horen, van onder de vloer waar hij zich ter beveiliging schuil hield. Sondheim: “I like the swing and relentlessness of the music and the poetic Orientalism of the lyric, but what I love is the ambition, its attempt to collapse past, present and future into one packaged song form.”
Meer Pacific Overtures?:
in Meer Sondheim vindt u de originele Broadway productie van 1976, drie albums en meer.
To seek revenge may lead to hell,
but everyone does it and seldom as well…
De horrormusical of “zwarte operette” Sweeney Todd is een van de grootste publiekssuccessen uit Sondheims carrière. Spanning, humor, tragiek en romantiek; alles zit erin en is vakkundig met elkaar in balans gebracht. De originele productie won acht Tony Awards en heeft sindsdien meerdere revivals op Broadway en de West End gekend. In 2007 werd de musical verfilmd door Tim Burton met Johnny Depp en Helen Bonham-Carter in de hoofdrol.
Het verhaal van de kapper Sweeney Todd die zijn klanten vermoordt en vervolgens verwerkt in pasteien is al beroemd sinds de late negentiende eeuw, toen Sweeney figureerde in de zogeheten “penny dreadfuls”, fictieverhalen voor het brede publiek.
No denying times is hard, sir. Even harder than the worst pies in London.
Een toneelstuk van Christopher Bond uit 1973 was voor Sondheim de inspiratie om van het verhaal een musical te willen maken, omdat het de oorspronkelijk eendimensionale schurk een achtergrond en motivatie gaf. Bovendien wilde hij graag een horrorervaring naar het theater brengen. Voor Sondheim is het een verhaal over wraak, en de herkenbaarheid van die gevoelens maakt het voor het publiek mogelijk om sympathie te voelen voor de moordzuchtige hoofdpersoon. Regisseur Hal Prince voegde er in de originele productie echter een maatschappijkritisch concept aan toe door Todd neer te zetten als het product van industrialisatie. Het stuk werd dan ook op grootschalige wijze neergezet, tegen de achtergrond van een oude fabriek of met machines. Ook de ijzingwekkende fabrieksfluit, die klinkt aan het begin van het stuk en bij elke moord, is daar een van de symbolen van. Hoewel er inmiddels tal van andere interpretaties aan het stuk zijn gegeven, heeft Prince’s perspectief zijn effect gehad op hoe Sweeney Todd wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld met bleke gezichten, een verwijzing naar fabrieksarbeiders die nauwelijks in de zon komen.
Sondheim gebruikt bijna doorlopende muziek, met motieven uit onder andere de dies irae, om de juiste sfeer te creëren en een huiselijk Brits volksverhaal te veranderen in een epische en sidderende beleving. De opening vol dissonanten en onderbroken crescendo’s voelt voortdurend ongemakkelijk en spannend. De spanning maakt daarna snel plaats voor de humor, eigenaardigheid en creativiteit van de amorele Nellie Lovett in “The Worst Pies in London”. In “Poor thing” hoort Todd wat er met zijn vrouw gebeurd is, nadat hij door een rechter naar Australië werd verbannen omdat de rechter een oogje op haar had. Hij zint vanaf dat moment op wraak maar Lovett vertelt hem: “wait”. In “Pretty women” heeft Todd de rechter in zijn kappersstoel, maar als de rechter weet te ontkomen stort hij mentaal in.
For what’s the sound of the world out there?
Those crunching noises pervading the air?
It’s man devouring man, my dear.
And who are we to deny it in here?
We’ll serve anyone,
and to anyone
at all!
If I cannot fly,
let me sing.
Meer Sweeney Todd?:
in Meer Sondheim vindt u de concerten van 2001 en 2014, de film van 2007, drie albums en meer.
In “Epiphany” maakt Todd dan de mentale stap van wraak op de rechter naar wraak op de wereld, in een lied vol conflicterende emoties en bijhorende muziek. Dit dramatische moment wordt onmiddellijk verlicht door de droge reactie van Lovett en het feestelijke slotlied van de eerste akte, “A little priest”, waarin de twee vieren dat “those above” (in de kapperssalon) “will serve those down below” (in de pasteienwinkel van Lovett) en zich vrolijk afvragen wie er het beste zullen smaken. In de tweede akte hebben Todd en Lovett een succesvolle samenwerking. In “Johanna” mijmert Todd tijdens het moorden over zijn dochter, over wie de rechter zich als kind ontfermd heeft en met wie de rechter wil trouwen, nu ze (iets) ouder is. Johanna is inmiddels verliefd geworden op een jonge vriend van Todd, en het koppel zingt op hetzelfde moment over hun liefde en wil om van de rechter te ontsnappen [in het fragment uit de filmversie zingt Johanna niet mee]. “By the sea” laat het geluk, de dromen en de amoraliteit van Mrs Lovett zien. Tot slot zien we in “Not while I’m around” hoe de kwartjes vallen bij een jonge beschermeling van Lovett en Todd, die Todd ervan verdenkt een moordenaar te zijn maar de grote rol van Lovett niet doorziet. Het lied wordt veel gecoverd, ook door popzangers, bijvoorbeeld hier door Jamie Cullum.
De fragmenten komen uit de originele productie van 1979, een televisieconcertversie van 2001 [George Hearn, Patti Lupone], de verfilming van Tim Burton van 2007, de London revival van 2012 en een concertversie van het New York Philharmonic (2014) [Bryn Terfel, Emma Thompson]. De beide concertversies zijn integraal te zien op Youtube [klik op de respectievelijke links].